Harriët, werkzaam als coördinerend verzorgende op een somatische afdeling bij Merefelt, vertelt over overprikkeling. “Ik vind het een leuke uitdaging om ervoor te zorgen dat bewoners zich zo comfortabel en prettig mogelijk voelen.”
Overprikkeling op een somatische afdeling
Op de somatische afdeling waar ik werk wonen een aantal bewoners met NAH. Denk hierbij aan een hersenbloeding, hersentumor of een herseninfarct. Deze bewoners krijgen ook wel eens te maken met overprikkeling. Als je NAH hebt, dan kun je prikkels wat minder filteren. Soms krijg je teveel prikkels binnen en dan kun je er niet meer mee omgaan. Dan kan het gaan om geluid, licht of geur. Voor iedereen ligt de grens ergens anders: dat is heel persoonlijk. Wij merken dat er sprake is van overprikkeling als bewoners drukker worden of ons vaak bellen. Hun gedrag wordt dan anders. Het kan ook dat ze een vorm van agressie vertonen.
Herkennen van overprikkeling
Omdat de mensen hier wonen, leer je ze ook goed kennen. Dit is belangrijk om overprikkeling te herkennen. Enkele signalen waaraan je overprikkeling herkent zijn:
- Bewoner wordt drukker in gedrag
- Heel veel praten
- óf juist heel stil worden
- Agressief gedrag
- Vaak naar het toilet moeten
- Veel bellen naar zorgmedewerkers
- Claimend gedrag
We doen het samen
Als iemand een gebroken arm heeft, dan is dat zichtbaar. Maar NAH is niet zichtbaar, terwijl de dagelijkse activiteiten al voor teveel prikkels kunnen zorgen. Voor ons als zorgmedewerkers is het bekend, maar voor familie soms niet. Ze zeggen dan wel eens: “ze heeft het altijd gekund, en nu kan ze het niet meer”. Er is dan vaak onbegrip. Dan gaan we het gesprek aan, soms ook samen met de psycholoog. We geven dan handvatten mee.
Het is ook fijn dat we in het team dingen kunnen uitwisselen. De een valt wat op in de ochtenddienst en de ander ziet weer iets anders tijdens de avonddienst. Gedrag kan dan anders zijn.
Overprikkeling voorkomen
“Het is heel belangrijk om bewoners rust en structuur te bieden en op één lijn te werken. Heen en weer lopen wordt niet altijd als prettig ervaren. Bewoners hebben vaak meer tijd nodig om informatie te verwerken, dus je hoeft niet te snel een antwoord te verwachten. Het is ook fijn als het bezoek niet allemaal tegelijk langskomt. Soms vinden bewoners het te druk en dan zoeken ze zelf de rust op. Op onze afdeling staat de groep niet op de voorgrond. De huiskamer is bijvoorbeeld wat kleiner, maar de kamers zijn groter. De afdeling is daardoor prikkelarm ten opzichte van andere afdelingen somatiek, waar huiskamers groter zijn.