Met uw 99 jaar bent u nog goed bij de pinken. Wat is uw geheim?
Ik ben altijd alles blijven doen. Tot vier jaar geleden reed ik nog gewoon auto. Na mijn val kan ik natuurlijk niet alles meer, maar ik zorg er wel voor dat ik bezig blijf. Dat kan hier ook, want er is altijd iemand om een praatje te maken of een spelletje te doen. Je bent nooit alleen, dus je hoeft je nooit te vervelen. Verder heb ik altijd hard gewerkt. Ik ben de oudste van negen kinderen en was elke dag in de weer op de boerderij. Ook toen ik later trouwde ben ik een bezige bij gebleven. Veel wandelen en fietsen. Nog steeds ga ik elke dag een blokje om, je kunt hier fijn wandelen in Bladel. Ook met een rollator.
Voelt u zich op uw gemak bij Oktober?
Zeker wel. De mensen zijn hier heel aardig. Je kunt van alles aan ze vragen, ze staan altijd voor je klaar. De zusters komen me helpen met douchen, poetsen en steunkousen aandoen. Maar ze helpen me ook als er dingen geregeld moeten worden, zoals een ziekenhuisbezoek. Ze houden het allemaal goed in de gaten. Ik kan ook heel fijn met ze praten. Over dingen van vroeger of dingen die ik nu meemaak. Ze nemen de tijd voor me en hebben altijd een luisterend oor. Dat echte contact, dat doet me heel veel.
Heeft u het gevoel dat u alles kunt zeggen?
Nou, ik laat me de kaas niet van het brood eten, hoor. Als ik ergens niet tevreden mee ben, durf ik het ook uit te spreken. Soms komen ze me wat later aankleden dan ik gewend ben. Dan zeg ik: ‘God, da’s wel laot, zeg. Ik waor zeker d’n lèste, nie?’. En dan lachen we even samen, want die ruimte is er ook. Maar ik heb het hier hartstikke naar mijn zin. Toen ik nog op mezelf woonde, was ik toch veel alleen. ’s Nachts was ik vaak bang, dat er zou worden ingebroken of iets anders naars zou gebeuren. Bij het minste geluid verschoot ik al. Sinds ik hier ben, is dat voorbij. Ik voel me hier heel veilig en vertrouwd. Ik voel me echt thuis.